Twitter Facebook Gastenboek

 

Fansite...

Fansite.

Een eerste ontmoeting, vanwege ons werk. Na afloop is er gelegenheid voor ‘social talk’.
‘Lees JIJ  veel thrillers?’
De intonatie in de vraag is: Dat je dát leuk vindt.   
Bij  trainingen over communicatie heb ik geleerd dat je altijd moet zoeken naar de achterliggende boodschap.
Ik zeg dat ik een website onderhoud, dat ik sommige schrijvers van misdaadromans en hun werk vanuit interesse in kaart breng. Dat ik recensies schrijf over misdaadromans. En dat het een hobby is.   
Ze kijkt een beetje meewarig.
‘Een fansite, bedoel je.’  
‘Nou ja, fansite’, zeg ik.
Ik vind fansites meer iets voor meisjes van 16. Dwepen met een idool en zwijmelen. Kritiekloos en vol overgave.
Zo ben ik niet meer.  
Dus probeer ik uit te leggen dat het hier gaat om een hobby, dat ik al vanaf mijn zestiende psychologische misdaadromans lees en dat het waarom van een misdaadverhaal mij meer interesseert dan wie het gedaan heeft en dat …….
‘Ik vond de laatste Dan Brown helemaal niks’.
‘Dat is ook niet echt mijn genre.’
 ‘Ik hou erg van literatuur. Die sfeer, de mooie woorden, de prachtige zinnen.’
‘O, maar ik lees ook wel romans.’
'Nicci French! Ik snap niet waarom iedereen die boeken koopt. In het begin vond ik ze nog wel aardig, maar tegenwoordig….. Geef mij maar Jonathan Safran Foer. Of zijn vrouw, hoe heet ze ook alweer?’
‘Je bedoelt: ‘Nicole Krauss.’
Toevallig ken ik deze boeken. Had ook anders gekund.
‘Ja,  die bedoel ik. Prachtige boeken. Dat vind ik toch van een ander niveau dan thrillers.’  
Ik zeg: ‘Misdaadromans (let op dit woord) zijn er in allerlei soorten en maten. Goede, minder goede en slechte. Net als bij literatuur.’
‘Ze noemen tegenwoordig alles literaire thriller. Laatst las ik een boek…  Op de voorkant stond literaire thriller. Als dat literair is….. !

Ik weet het al. Het gaat die kant op. Kwestie van ervaring. Die kant zegt dat het genre niet deugt of niks voorstelt.

Bij een eerste ontmoeting zet je piketpaaltjes uit. Wie ben jij? Waar liggen de grenzen tussen jou en mij? Honden bakenen hun terrein af door overal te plassen. Wij taxeren en vormen een eerste oordeel. Vaak een vooroordeel. Freek de Jonge zegt:  ‘Elk oordeel voor het laatste oordeel is een vooroordeel’. Ruth Rendell – schrijfster van misdaadromans – heeft ook veel verstand van piketpaaltjes, vergelijkingen en grenzen aftasten.     

Laat ik eens een piketpaaltje uitzetten.
‘Sorry, maar ik moet echt weg. Vanavond naar de schietvereniging…'