Twitter Facebook Gastenboek

Tess Franke

Interview met deze Nederlandse auteur over haar boeken - De inwijding en De beproeving, over misdaadromans, haar schrijverschap en Femke Wolzak, haar hoofdpersoon.

Tess Franke (1970) schreef in 2006 De inwijding. Onder andere de VN thrillergids was enthousiast over haar debuut en schreef: ‘Vakkundig geschreven, temporijk verhaal, vol grappige terzijdes. Meer!!’
Nu ligt De beproeving in de boekhandel. En weer is Femke Wolzak de hoofdpersoon in een spannend verhaal van deze Nederlandse auteur die in de Verenigde Staten woont. De reden dat ze zich hier met haar gezin heeft gevestigd is dat de schrijfster en haar man door verwikkelingen in zijn werk werden bedreigd. Haar man trad als advocaat op in enkele geruchtmakende zaken. Tess Franke is zelf ook juriste.

Humor is een van de noodzakelijke levenssappen

Door: Ine Jacet

Waarom heb je gekozen voor het schrijven van misdaadromans? Waarom bijvoorbeeld niet voor het schrijven van romans of kinderboeken of…..?
Dat is een goeie vraag. Eigenlijk is die keuze helemaal vanzelf gegaan. Als ik terugredeneer kan ik wel een soort gedachtengang achterhalen, maar een bewuste afweging is het nooit geweest. Ik wilde schrijven over advocatuur en Nederland. Daar was ook alle aanleiding voor - liquidaties in Amsterdam, juridische dwalingen aan de orde van de dag. En – eerlijk is eerlijk – ik had een Nederlandse thriller gelezen waarvan ik dacht ‘dat kan ik beter.’

Je hoofdpersoon heet Femke Wolzak. Het is een oer-Hollandse naam. Femke is zwart of - zoals ze zelf zegt – een halfbloed. Heb je haar naam bewust gekozen?
Tuurlijk. Ik heb ook nog grote plannen met Femke. Geadopteerde kinderen maken een heel bijzondere ontwikkeling door. Toevallig raakt dat aan mijn eigen ‘problematiek’ van het ontheemd zijn. Ik ben altijd gefascineerd geweest door kinderen met pleegouders die een goed leven hebben en toch op een dag terug willen naar hun biologische ouders ook al hebben die hun 'afgedankt'. Het ene moment begrijp ik de emoties die daar een rol in spelen gewoon niet en het andere moment zit ik met de tranen in mijn ogen. Daar wilde ik dus al heel lang iets mee doen en met Femke kan dat.

Zou je iets kunnen vertellen over het karakter van Femke?

Femke had mijn zus kunnen zijn, mijn adoptiefzus dan. Ze is stoer en zelfverzekerd, eigenwijs, maar ook kwetsbaar. Ze wil graag hoger op en weet dat ze dan allerlei male chauvinist pigs moet aftroeven. Dat doet ze van harte. Verder blijft ze in haar werk liefst zakelijk en uiteraard laat ik dat altijd mislukken. Ze moet persoonlijk betrokken raken en daardoor fouten maken, want dan wordt het spannend. Ook wat dat betreft zou ze mijn zus kunnen zijn, we worden allebei fanatiek als het om onrecht gaat of iets anders wat ons raakt en dan heiligt het doel opeens de middelen…

Femke werkt op de Amsterdamse Brouwersgracht als junior partner van het bureau Thans, Spreeuwenberg & Spreeuwenberg, een prestigieus en exclusief kantoor. Thans is inmiddels overleden. Als ik zeg dat Femke een soort luis in de pels is van beide heren – en misschien wel van de hele ‘klassieke’ advocatuur, ben je het dan hiermee eens?
Weet je dat ik dat eigenlijk niet goed weet? Ik vind dat Femke haar eigen spelregels heeft, haar eigen moraal – net als wij allemaal. Voor een deel zijn die ideeën gevormd door haar juridische opleiding en het praktijkdeel van die opleiding heeft ze dan ook nog eens gevolgd temidden van advocaten die hoog aangeschreven staan maar niet volledig onomstreden zijn als je begrijpt wat ik bedoel. Ik zou dat zelf geen luis in de pels noemen. Net als de ‘Spreeuwen’ wil ze nog wel eens een bocht afsnijden als haar dat beter uitkomt. De Spreeuwen zouden misschien een andere bocht afsnijden, maar à la. Je kunt haar misschien beter zien als een aangenomen kind in een familiebedrijf. Zijn we lekker terug bij de voorvorige vraag.

In je boeken zit veel humor verwerkt die het misdaadverhaal ‘verluchtigt’. Heb je hiervoor met opzet gekozen?
Ik heb me wel eens laten uitleggen dat humor een van de noodzakelijke levenssappen is in het menselijk lichaam. Je kunt dus niet zonder. Mij persoonlijk heeft humor ook in de moeilijkste omstandigheden op de been gehouden. Het verlicht en verluchtigt, zoals jij dat noemt. De vriendinnenclub in mijn boeken ‘doet’ dus ook aan humor. Wat ik nog moet leren is om die humor nauwkeuriger te timen.

Een kracht van je boeken vind ik dat ze sprankelend zijn. Ze bevatten veel humor en regelmatig is er sprake van komische situaties waarin Femke verzeild raakt. Een prominente rol is weggelegd voor haar vriendinnen. Waarom heb je hen deze prominente rol toebedeeld?
Bedankt voor het mooie compliment. Ik wou bijna schrijven dat ik als powerfeministe nu eenmaal niet anders kan, maar da’s onzin. Dit is domweg mijn wereldbeeld en ik neem aan dat de meeste vrouwen dat zullen beamen. Wij onderhouden in de eerste plaats relaties met andere vrouwen en pas daarna met onze eventuele echtgenoten. Ik heb tenminste bijna geen vriendinnen die hun problemen eerder aan hun man vertellen dan aan hun vriendinnen of die zich meer van het oordeel van hun man aantrekken dan dat van hun vriendinnen. Arme mannen, haha.

Ik heb gelezen dat je geïnspireerd bent door Isabel Allende en door Sara Paretsky. Ik vind dat jouw boeken ook kenmerken hebben van het hard-boiled genre. Ben je ook geïnspireerd door auteurs uit dit genre?
 Vroeger las ik Alistair Maclean. Dat kon er flink hard aan toe gaan. Ik heb ook wel eens een James Ellroy gelezen: keihard. Het is niet echt aan me besteed, maar ik probeer wel te kijken hoe zo’n schrijver je aan het griezelen krijgt. Het eerst ervoer ik dat op de middelbare school bij een boek van Johan Daisne. Volgens mij heette het ‘De man die zijn haar kort liet knippen’. Waar het over ging, weet ik echt niet meer. Het enige dat me is bijgebleven is een gruweldetail. Iemand – ik denk de hoofdpersoon – loopt moeilijk doordat er iets onder zijn schoen zit. Hij krijgt het er niet af hoe hij ook langs stoepranden schuurt. Het zijn hersenen van iemand die in het begin van het boek is vermoord of doodgereden of zo. Nou ja, dat weet ik dus niet meer. Maar die hersenkwab die heel het boek aan die schoenzool blijft kleven… Gruwelijk!
Ja, lezers zien het misschien als een trucje, maar in de realiteit komen deze zaken ook voor. Denk je dat je als advocaat overeind zou blijven als je op kantoor de spanning niet kon weglachen dat je al voor de derde keer in een week een man moet verdedigen die minstens een en misschien wel twee of meer vrouwen heeft gewurgd? Wat dacht je van die mannen die het spoor moeten schoonmaken na een zelfmoord? Die hebben een akelige baan. Ze rapen vingers en oren op, maar als ze een halve vuilniszak vol hebben, gaan ze samen een sjekkie roken en vertellen ze er een fijne seksistische mop bij.

In je beide boeken is de achtergrond typisch Nederlands. De plaatsen, het eten, de omgang tussen vriendinnen enz. Je woont al enige jaren in Amerika. Doe je ook ter plekke research in Nederland om bijvoorbeeld details te checken? Of doe je het vanuit je herinneringen? Heeft het schrijven over Nederland ook voor jouzelf een functie?
Nederland blijft me zeer dierbaar. Eigenlijk is het schrijven mede een excuus om terug te mogen denken aan smalle straatjes, gemetselde huizen, grachten met bruggen erover en eethuisjes waar je de hele avond kunt blijven zitten. Ik schrijf o.a. om de heimwee te bestrijden. Ik ga helaas zelden terug. Dankzij Google Maps en allerlei internetsites is dat ook nauwelijks nodig. Voor De Beproeving moest ik veel van Haarlem weten terwijl ik helemaal niets heb met Haarlem. Het meeste kon ik online vinden, tot aan het interieur van de doopsgezinde kerk aan toe. Maar om de sfeer op te snuiven ben ik er eerlijk gezegd nog wel een keer in levende lijve naartoe gegaan.

Uitgeverij De Geus stelde 5 exemplaren van De beproeving ter beschikking voor verloting.
De winnaars zijn:
B. Jaasma - Drachten
A. van Harselaar - Waspik
J. van der Hulst - Huizen
R. de Haas - Knegsel
D. Rijnbeek - Velp

Links:
Weblog van Tess Franke

Website van Tess Franke
Charles den Tex interviewt Tess Franke

 

In De beproeving – jouw tweede boek – raakt Femke verzeild in een actiegroep met grote pretenties. In die zin is dit boek meer spectaculair dan je eerste boek. Ben je het daarmee eens?
In het eerste boek vallen zes doden, vier meer dan in het tweede. Toch wel onthutsend dat je dat niet meetelt! Maar ik begrijp je wel. De actie is grootschaliger. Die groep verontruste christenen kidnapt de zoon van de Amerikaanse Ambassadeur om een internationaal conflict te beginnen. Ze willen George Bush voor het Internationaal Strafhof zien te krijgen. Dat is andere koek dan de maffialiquidaties in De Inwijding – dat is meer ‘ons killt ons’. Ik heb trouwens overwogen een handtekeningenactie aan het verschijnen van De Beproeving te koppelen. Het is per slot van rekening een schande dat een oorlogshitser als Bush straks kalmpjes met pensioen gaat.

Je woont nu enige tijd in Amerika. Gaat het niet kriebelen om ook een boek te schrijven dat zich afspeelt in De V.S?
Nee. Ik begrijp het weefsel van deze samenleving nog niet goed genoeg en bovendien zijn hier meer dan voldoende misdaadauteurs. Hele goeie ook, trouwens. In zekere zin ben ik een concurrent van Grisham – ik moet lachen nu ik de letters op mijn scherm zie verschijnen, ik een concurrent van Grisham, ha! Maar goed, ik schrijf legal thrillers. Toch? Die bestaan in Nederland niet, volgens mijn uitgever. Ik heb dus mijn eigen hoekje!

Kun je iets vertellen hoe bij jou een boek tot stand komt?
Nou, om je een voorbeeld te geven. Ik was onlangs op vakantie, weg van kranten, nieuws, rugzakjes met broodtrommels en andere dagelijkse beslommeringen. Maar ik had me wel behoorlijk ingelezen over de toestand in Nederland. De actualiteit in Nederland is zo boeiend! En hup, halve nachten lig ik wakker. Dan spoken die verhalen door mijn gedachten, probeer ik ze om te denken naar bruikbare personages en ze onder voldoende spanning te zetten voor een verhaalverloop dat de aandacht blijft opeisen. Zo ging het de vorige keren ook. Ik had een gegeven, een idee dat de mascara van de actualiteit uitveegt. Uit de smeerboel ontstond dan eigenlijk vanzelf een nieuw gezicht.

Schrijven is hard werken wordt vaak gezegd. Zou je iets kunnen vertellen over hoe het schrijven bij jou verloopt?
Ik schrijf elke dag of bijna elke dag. De kids moeten de deur uit zijn. Emails handel ik al voor het ontbijt af, want dan is het in Nederland net middag. En dan – als het rustig is in huis - zitten en werken. Schrijven is vooral werken, voor mij tenminste. Het uitgewerkte idee moet van alle kanten bekeken worden, ik moet de personages aankleden met spraakgebreken, hobby’s en een geliefde, een gezin of een huisdier. Ik moet ook voortdurend feiten checken (staat dat huis daar, is daar wel een straat, is dat wetsartikel niet veranderd etc). Dan maak ik een hoofdstukschema en begin ook alvast stukjes te schrijven. Maar dat duurt allemaal weken en het hele schrijfproces duurt bijna een jaar. Ik verander er bovendien tot het bittere einde dingen aan. Het is dat ik het thuis doe, maar het lijkt eigenlijk erg veel op een kantoorbaan. Inclusief het wakker liggen van ‘de zaak’.

De beproeving is in zeker zin een vervolg op De inwijding. Ik heb eerst het tweede boek gelezen en daarna je debuut.  Ik wilde toch meer weten over  ‘hoe het begon’. Komt er een derde boek met Femke Wolzak in de hoofdrol?
Ja, er komt zeker een nieuw boek. Ik heb de hoofdplot bijna rond, maar nu moet ik onderzoek gaan doen naar personages en daarvoor moet ik specialisten raadplegen. Uiteraard wordt het ‘een Femke’. Haar carrière wil ik nog wel een paar boeken lang volgen. Het wordt alleen geen Suske en Wiske, zal ik maar zeggen. Femke wordt ouder en de wereld om haar heen verandert.