Twitter Facebook Gastenboek

John Le Carré.

Een dossier over deze grootmeester van de spionagel. Door Floor de Graaff.

Dossier John Le Carré

De koning van het spionage verhaal

Door Floor de Graaff

Jeugd, opleiding en carriere
John le Carré heet eigenlijk David John Moore Cornwell. Hij werd geboren op 19 oktober 1931, in Poole, in het graafschap Dorset in Engeland. Tijdens de 2e wereldoorlog bezocht hij de kostschool Lincoln College, Oxford. Toen hij 16 jaar was, vertrok hij naar Zwitserland, waar hij Duits aan de Universiteit van Bern studeerde. Na deze studie moest hij in dienst en kwam hij terecht bij de militaire Inlichtingendienst. Daar was zijn werk het verhoren van vluchtelingen uit het door de Russen bezette deel van Oost-Europa. Tussen 1956 en 1958 gaf hij Duitse les aan Eton College. Hierna werd hij diplomaat in Bonn (1960-1964), waar hij ook werkte voor de militaire Inlichtingendienst, MI5.

Le Carré's vader, Roger Cornwell, was volgens le Carré "een beroepsoplichter, die zijn eigen bestaan en dat van zijn kinderen in een cocon van leugens spon. Hij was een handelaar, als je eerlijk bent zou je hem een zwendelaar moeten noemen”. Zijn zoon vereeuwigde hem in A perfect spy en in Single & Single. Het dilemma van verscheurd worden tussen enerzijds loyaliteit en anderzijds afschuw van onbetrouwbaarheid komt in al zijn boeken terug, net als het leven op de Public School.
Over het leven op de public school zegt hij: “Je toekomst was het grote Engelse verleden. Je werd voorbereid op wat je moest worden: ambtenaar in de koloniën, het leger, de diplomatie. Je werd opgevoed voor een wereld die toen je zo ver was, niet meer bestond. Alle mensen van de geheime Dienst die ik beschrijf, zijn opgeleid als heersers, voor een Engeland dat niet meer bestond. Dat maakte hen gevoelig voor het communisme, waar ze een romantisch beeld van hadden, als een serieus alternatief voor de maatschappij.”

Het begin
Le Carré begon te schrijven in de vroege jaren 60, toen hij werkte voor de Britse geheime dienst. "Ik maakte deel uit van die grote schaduwwereld die de Koude Oorlog met zich meebracht. Ik zat in MI5 toen de grote heksenjacht begon". MI5 zou geïnfiltreerd zijn door Moskou. Dat bleek maar al te waar: de spionnen Philby, Burgess en Mclean werden ontmaskerd. "Ik was getuige van de claustrofobische sfeer", zei le Carré later.
"Mijn schrijven was een geheime bezigheid, om mijn saaie bestaan op te fleuren. Ik ontsnapte in een verzonnen versie van mijn eigen wereld".

De opbouw van zijn oeuvre
Zijn eerste twee boeken schreef hij onder pseudoniem. Daar was George Smiley al de hoofdpersoon. In zijn derde roman, de spionagethriller Spion aan de muur (1963), vielen de angstige binnenwereld van le Carré en de claustrofobische buitenwereld volmaakt samen. Dit boek maakte hem in één klap beroemd. Hij ontving hiervoor de prestigieuze 'Gold Dagger Award'. Hierna zouden nog vele boeken, artikelen en andere publicaties volgen.
Slechts op één terrein was hij niet succesvol: zijn roman The naive and sentimental lover (1971) flopte. "Je patrouilleert langs de grenzen van je kunnen. Als je dat niet doet, ga je ten onder. Het is het oude liedje: de dwaas die denkt dat hij Hamlet kan spelen. Nou, ik kon het niet, ik brandde mijn vingers en het applaus bleef uit".

De kern van zijn werk
Le Carré heeft een cynische kijk op de wereld en de mensheid. “De wereld mist een morele kern. Trouw is een woord zonder betekenis. De mensen die je het meest vertrouwt, zijn de mensen die je verraden. Weglopen en verraad, dat zijn de thema’s in al mijn boeken.De verbeelding maakt het leven draaglijk, maar werkt destructief als ze in aanraking komt met de realiteit.”
Er zit veel woede in de boeken van le Carré. Woede over de wereldwijde hebzucht, over het cynisme van westerse politici, over de leugenachtigheid van de media. “Grootmoedigheid is een essentieel onderdeel van de overwinning”, meent hij, en juist die grootmoedigheid ontbreekt in het Westen op dit moment. “De hebzucht is de god van het Westen geworden.”
Al genoemd zijn loyaliteit en anderzijds afschuw van onbetrouwbaarheid als drijfveren.

Huidige motivatie
Ondertussen is le Carré de zeventig ruim gepasseerd en je zou verwachten dat er dan een zekere mildheid optreedt. Niets is minder waar. Zijn boek, De toegewijde tuinier, was een vlammend pamflet tegen de farmaceutische multinationals. Zijn roman, Absolute vrienden, wordt gevoed door woede over de oorlog in Irak, en over de wijze waarop Bush en Blair de bevolking van hun landen bedriegen en beliegen. Op 15 januari 2003 publiceerde hij een spraakmakende bijdrage in The Times, die zo begint: “Amerika gaat een periode van historische krankzinnigheid tegemoet, erger dan ik het me kan herinneren, erger dan het McCarthyisme, erger dan de Varkensbaai en op termijn erger en rampzaliger dan de Vietnamoorlog.”
Bush en zijn ‘junta’ krijgen een cynisch compliment omdat ze erin geslaagd zijn om Amerika's boosheid over Osama bin Laden naar Saddam Hoessein om te buigen. Le Carré gruwt van blind terrorisme, maar kan niet begrijpen hoe een gelegitimeerde actie tegen Al-Qaeda vertaald werd in een ‘territoriale aanslag tegen Irak’. Le Carré noemt het één van de grote misleidingen uit de geschiedenis. En natuurlijk gaat het niet om vrijheid of mensenrechten, maar om olie. Om zijn stelling kracht bij te zetten, somt hij op in welke oliemultinationals Bush, vice-president Dick Cheney en veiligheidsadviseur Condoleezza Rice belangen hebben.

Anderen over John le Carré
John le Carré is een gevestigd en gewaardeerd auteur. Ook onder collega-auteurs geniet hij veel respect. Zo bewondert Henning Mankell hem en de manier waarop de hoofdpersoon George Smiley zich ontwikkelt tijdens de boeken. “Le Carré als schrijver van misdaadromans zoekt ook naar de tegenstellingen binnen mensen, tussen mensen en tussen de mens en de samenleving. Ik hoop dat ik datzelfde doe. Vroeger of later krijgt een misdaadauteur een Nobelprijs. (Ik niet, ik ben een Zweed). Het oude snobisme met betrekking tot dit genre is bezig te verdwijnen.”
Giles Blunt (schrijver van o.a. ‘De ijsregen’) waardeert het vroege werk van le Carré.
Rene Appel: “Verder heb ik ook een aantal favoriete boeken, zoals A perfect spy van John le Carré.”
Acteur Matthew Macfadye noemt zichzelf een John le Carré spionagefanaat en vind diens werk fascinerend. Hij was dan ook in de wolken toen hij de hoofdrol kreeg in de TV-serie ‘Spooks’. Matthew's personage Tom bezit de perfecte mix van spion-kenmerken: klinische intelligentie, gecombineerd met een gezonde dosis arrogantie en meedogenloosheid. Zoals Matthew het stelt: “Je moet een dief inzetten om er één te vangen.”
Per Olov Enquist, die samen met de journalist Anders Ehnmark drie thrillers publiceerde, kan zich het best ontspannen met John le Carré: “een fantastisch schrijver, helaas ondergewaardeerd”.