WeblogMail Gastenboek

Caro Ramsay

Caro Ramsay schreef Absolution. In eigen land waren de recensies zeer lovend. Enige informatie over de schrijfster en een recensie van Vergiffenis

Tekst bij Vergiffenis
Glasgow, 1984. Het leek een eenvoudige opdracht. De jonge rechercheur Alan McAlpine moet in een ziekenhuis de wacht houden bij een vrouw die op sterven ligt. Zij heeft geen naam, en haar gezicht is verminkt door zoutzuur.

Alan en de vrouw communiceren met elkaar door middel van vingerbewegingen. Maar de vrouw vertelt niet hoe ze heet, wie de vader is van haar pasgeboren dochtertje en wie het zoutzuur in haar gezicht heeft gegooid.
Tweeëntwintig jaar later. Alan McAlpine is een gevierd hoofdinspecteur. Hij leidt de jacht op een man die in de pers de Kruisigingmoordenaar wordt genoemd. Twee vrouwen zijn al dood. Hun verminkte lichamen zijn gevonden met gespreide armen en met de voeten gekruist bij de enkel.
Tijdens hun onderzoek stuiten McAlpine en zijn assistenten op een oude, nooit opgeloste zaak. Heden en verleden raken verstrengeld. De obsessie die ooit begon in een ziekenhuiskamer, heeft Alan nooit echt losgelaten. Met gruwelijke gevolgen...

Caro Ramsay - informatie

Door: Ine Jacet.

Hierboven de tekst op de achterkant van Vergiffenis. Wie is de schrijfster? Wie is Caro Ramsay?

Caro Ramsay is eind dertig, van beroep acupuncturist en dierenarts. Ze woont aan de westkust van Schotland en Vergiffenis is haar debuut. Een prima debuut. Als haar gevraagd wordt om een korte schets van haar boek te geven antwoordt ze: ‘Dat is lastig. In elk geval gaat het over een obsessionele liefde met op de achtergrond een seriemoordenaar.’
De eerste literaire agent die haar boek onder ogen kreeg, hapte meteen toe. ‘Dat was vleiend, maar je bent nog geen goede schrijver als men vindt dat je een goed boek hebt geschreven.’ De pers was lyrisch over haar debuut. Ze werd meteen de nieuwe Ian Rankin genoemd. ‘Ik ben ook al de nieuwe Denise Mina genoemd. Waarschijnlijk omdat we uit hetzelfde land komen. Onze stijl is namelijk nogal verschillend. Ik was erg verrast door alle aandacht van de pers. Ik had gehoopt dat het boek in Schotland aardig ontvangen zou worden, maar dít had ik echt niet verwacht. Toen de radio en de kranten aanklopten was ik verbaasd.’ Maar de schrijfster wordt ook wel wat onzeker door die plotselinge belangstelling. ‘Gelukkig ben ik overtuigd van de goede zorgen van mijn uitgeverij. Ze begeleiden me en als ik iets niet helemaal goed doe, krijg ik dat zeker te horen. Gelukkig maar.’ 

Ze had niet echt de wens om schrijfster te worden. ‘Ik heb altijd al veel geschreven, geen romans maar wel essays en andere stukken voor mijn werk. Vanaf jonge leeftijd heb ik veel gelezen en misdaadromans vond ik altijd al boeiend. Mijn favorieten? Agatha Christie en later Val McDermid, PD James, Ian Rankin en natuurlijk Chris Brookmyre.’
Wat vindt ze er van dat ze de nieuwe Rankin wordt genoemd? ‘Ik reed met Ian Rankin mee in zijn auto, de pers maakte ervan dat ik hem goed kende. Dat is niet zo. We hadden het over auto’s, oude Jaguars. Als we elkaar de volgende keer ontmoeten, zullen we het waarschijnlijk weer over Jaguars hebben, over trage ontstekingen en roest op het chassis.

In Vergiffenis wordt in een beginscène een vrouw beschreven die, zwaar verminkt in een ziekenhuisbed ligt. ‘Zelf moest ik een tijdlang plat liggen in een ziekenhuis in verband met rugklachten. Toen is het idee voor het boek ontstaan. Ik lag daar maar, keek uit het raam en gedachten en scènes dienden zich aan. Deze ervaring heb ik gebruikt in Vergiffenis.

Ze werkt nog steeds als dierenarts en acupuncturist en dit werk wil ze nog niet opgeven. ‘Het zorgt dat ik met beide benen in de samenleving blijf staan. En het team waarbinnen ik werk is flexibel qua werktijden. Schrijven is en blijft toch een eenzaam beroep.’
Ze heeft een groot respect voor dieren. ‘Ik heb veel dieren behandeld die ondragelijke pijnen leden. Ze hebben me nog nooit iets gedaan, zelfs een hele grote stier niet. Je moet dieren kalm behandelen, dan vinden ze het goed dat je ze aanraakt en blijven ze rustig. Je moet ervoor zorgen dat je een dier met pijn op zijn gemak stelt, je moet zelf rustig blijven, maar er toch rekening me houden dat ze onvoorspelbaar zijn. Deze benadering zou wellicht een goede training zijn voor een detective.
Ik ben geneigd het positieve te zoeken in wat er gebeurt. Met humor kom je ver. Bij artsen, verpleegsters, maar ook bij brandweerlieden zie je dat humor kan helpen bij de omgang met de gruwelijke dingen die mensen soms in deze beroepen meemaken. Dat geldt voor mij ook. Humor heb je nodig om dingen te kunnen relativeren. Door mijn werk heb ik ervaring met diagnostiek. Diagnosticeren betekent een puzzel leggen en gegevens verbinden om te komen tot een antwoord op een vraag. Ik heb wel iets van Gregory House (uit de beroemde medische serie). Ik houd van moeilijke vragen en het is een uitdaging om een antwoord te vinden. In mijn beroep kom ik veel verschillende mensen tegen met heel verschillende problemen. Blijkbaar heb ik die ervaringen opgeslagen, want tijdens het schrijven komen de incidenten en ervaringen weer naar boven. Dan kan ik ze – weliswaar in een andere vorm – opnieuw gebruiken.

Ik heb vaak gemerkt dat gewone, aardige mensen kunnen lijden aan gruwelijke dwanggedachtes die hen in de ban houden en waar ze maar niet vanaf kunnen komen. Soms leidt dat van kwaad tot erger. Daarom staat op mijn site ook ‘Obsession is forever’. De hoofdpersoon uit dit boek is daar een sprekend voorbeeld van.
Caro Ramsay werkt inmiddels aan een volgend boek. Want het plan is dat Vergiffenis het eerste deel wordt van een serie van vijf boeken. De titel van haar volgende boek zal luiden: Tambourine Girl. De schrijfster wil nog niet veel kwijt over de inhoud, behalve dat het zal gaan over vermiste kinderen, dood en onbeantwoorde liefde. 
Als haar volgende boek het niveau haalt van haar debuut, is het een verhaal om naar uit te zien.

Vergiffenis - Recensie

Het verhaal van Vergiffenis begint in Glasgow in 1984. Een jonge vrouw, Anna, is ernstig verminkt. Ze gaat sterven en heeft een kind gebaard. Alan McAlpine is een jonge rechercheur. Aanvankelijk heeft hij het gevoel dat hij moet babysitten bij de vrouw, maar gaandeweg ontstaat er contact tussen hen. Hij noemt haar de Schone Slaapster of de blonde engel. Ze sterft maar ze zal McAlpine altijd bijblijven.
In 2006 is McAlpine een succesvol hoofdinspecteur. Hij ziet er goed uit en is getrouwd met een vrouw die van hem houdt. Door enkele moorden raakt hij danig van slag en uit balans. Gebeurtenissen uit het verleden dringen zich op en laten zich – ondanks inspanningen - niet verjagen. 
Vergiffenis is spannend, intelligent gecomponeerd en ontroerend. McAlpine is geen doorsnee hoofdinspecteur.  Hij leek alles onder controle te hebben, maar schijnt bedriegt. Buitenkant is geen binnenkant. Soms raakt hij uit balans en dan doet hij merkwaardige dingen. Controlebehoefte kan leiden tot controleverlies. Een mooie rol is weggelegd voor zijn echtgenote die ook al niet beantwoordt aan het stereotype beeld van ‘de vrouw van de hoofdinspecteur’. Het misdaadverhaal zit goed in elkaar. Lijnen van het verleden naar het heden komen samen en worden verbonden.  
Vergiffenis is een spannend en melancholiek boek dat beroert. Een verhaal over lijden, over obsessie, over niet los kunnen laten en over het geen raad weten met jezelf. Het middenstuk is soms enigszins taai, maar het einde en het verloop van de gebeurtenissen maken veel goed.  
Een glansrijk en spannend debuut. Een boek dat beroert en nagalmt. Een verhaal vol passie, smart, onrust en gedrevenheid. Caro Ramsay : een naam om te noteren.
(IJ ****)