Leonard Rosen - Een en al chaos (2011) **** (vertaling: Mechtild Claessens)
Wiskundeknobbel

Henri Poincaré, inspecteur bij Interpol-Lyon en achterkleinzoon van de befaamde wiskundige Jules Henri Poincaré (1854-1912) wordt in Leonard Rosens debuut geconfronteerd met zo’n beetje de chaos van de hele wereld. Vlak na hij de Joegoslavische oorlogsmisdadiger Stipo Banović aangehouden heeft, zetten zijn superieuren hem op een Amsterdamse zaak. De wiskundige James Fenster vond de dood toen zijn hotelkamer in het Amsterdamse Ambassade Hotel werd opgeblazen.

“ ‘Ammoniumperchloraat,’ zei ze. ‘Raketbrandstof, ongelofelijk maar waar. Brandt als een lier en kan onder bepaalde omstandigheden ontploffen. Als de bommenmaker evenveel c-4 had gebruikt, zou het hele gebouw weg zijn. Eigenlijk is er puik werk geleverd.’
 ‘Niet zo voor de hand liggend, hè?’
‘Niet echt,’ zei De Vries.”

Gelukkig voor Poincaré zijn de geniale bommenmakers dun gezaaid over de wereld, maar dat maakt ze niet minder gevaarlijk. En Stipo Banović koestert wraakgevoelens voor de man die hem naar Haags Internationaal Strafhof bracht. En zijn armen reiken ver buiten de getraliede muren om Poincaré leven tot een ware nachtmerrie te maken. Als een klassieke literaire speurder houdt Poincaré dapper stand door zich op zijn werk te storten. De Fenster-zaak blijkt echter een moeizamer puzzle dan eerder vermoed. Poincaré overstijgt echter zijn eigen grenzen en legt patronen in deze wereldwijde chaos vanuit één enkele oerkracht: wraak.

Een derde plotlijn komt uit religieuze hoek: de Opvaart-sekte voorspelt het einde der tijden en wel op 15 augustus om 11:38 uur (plaatselijke tijd). Deze afdaling van de Heer (en de dan volgende verlossing van de mensheid) hopen sommige Opvaartlingen te bespoedigen door de wereld in chaos te storten. Dit lijntje zorgt voor een alom aanwezige geweldssfeer in het boek en treft ook Poincaré weer, zij het minder dramatisch.

Een en al chaos luidt een nieuw genre in het thrillersegment in. De wereldwijde verbreidheid is niet nieuw voor de fervente thrillerlezer. De onderwerpkeuze, en nog meer eigenlijk, de  uitwerking ervan zijn dat wel. Want Rosen heeft de afstammeling van Jules Henri Poincaré niet zomaar gekozen. Poincaré is het ideale personage om een op wiskunde gestoeld verhaal te dragen. Chaos, of eigenlijk leven, teruggebracht tot wiskundige theorieën, indrukwekkend en toch ook wat confronterend, want wat als de wereld(handel) inderdaad geen chaos is maar te herleiden tot pure wiskunde? En en passant verandert Rosen ook nog de blik op de wereld. Het grote is enkel een herhaling van het heel kleine. De wereld bestaat uit niets meer van deze zogeheten fractals, en na het lezen van dit boek (en het bekijken van de foto’s erin) ziet de lezer ze overal. Een bliksemschicht gelijkt op de groei van boomtakken, maar ook de aderen in de eigen hand van de lezer heeft eenzelfde patroon. Fascinerend!