Ian Rankin - De onmogelijke dood (2012) **** (vertaling Gertjan Cobelanst)
Waardige opvolger

De Schotse schrijver Ian Rankin stond voor een haast onmogelijke opgave toen hij vijf jaar terug inspecteur John Rebus met pensioen stuurde. En toen was er het debuut van inspecteur Malcolm Fox in Interne zaken (2009). Een volledig andere man; geen drank en muziek meer, maar nog altijd even complex. En nog altijd in de stad waar Rankin een haat-liefdeverhouding mee heeft: Edinburgh.

Interne zaken, Fox’ afdeling, wordt traditiegetrouw weggezet als een afdeling vol zakkenwassers en matennaaiers, en zijn dan ook niet geliefd bij de rest van het politiekorps. Dit is wat Fox en zijn team weer merken als ze verder onderzoek doen naar de ‘cover-up’ in een zaak rond Paul Carter. Carter zou de hand boven het hoofd gehouden zijn en de wantoestanden waarin hij betrokken was, zijn in de doofpot gestopt. Tot zijn oom Alan Carter – gepensioneerd ‘bobby’– de bal aan het rollen brengt. Aan Malcolm Fox, Tony Kaye en  Joe Naysmith de taak uit te zoeken of zijn maten inderdaad de boel bedekt hebben.

Het is een langzaam begin van Rankins nieuwe boek. Tot Alan Carter dood wordt gevonden. Dan vervliegt Kaye’s hoop op een snelle en routineuze klus. Al lijkt Fox zich meer en meer te interesseren voor een vage link naar de Schotse separisten. Een mogelijke Schotse afscheiding staat met een referendum weer volop in de belangstelling. In de jaren tachtig van de vorige eeuw ging het er toch wat ruiger aan toe; terrorisme leek de oplossing. Malcolm Fox komt een lang vergeten moord uit deze jaren op het spoor en loopt de rookwolken ,die de zaak omgeven, in.

Het is een kenmerk voor Rankins boeken; niet alleen een politiezaak, maar een breder beeld. Gecombineerd met Rankins talent voor scherpe dialogen en gedreven inspecteurs die buiten de lijntjes durven kleuren, is De onmogelijke dood gewoon een goed boek – zoals we mogen verwachten.