terug naar start | boeken | auteur | Erlendur ABC | links

Arnaldur Indridason (interview 2005)

Het is grappig dat overal ter wereld ongeveer dezelfde vragen worden gesteld...

In 2003 las ik Noorderveen van Arnaldur Indriðason, het eerste boek dat in Nederlandse vertaling verscheen. Ik vond het een geweldig boek en het verhaal maakte me nieuwsgierig naar deze IJslandse schrijver. Een zoektocht op internet was het gevolg evenals een e-mail interview. In dit interview gaf de schrijver aan dat hij nog nooit in Amsterdam was geweest en dat hij daar graag een keer zou willen komen. In april 2005 is het zover. Arnaldur Indriðason is in ons land ter promotie van zijn beide boeken: Maandagskinderen en Engelenstem. En ik kreeg de gelegenheid hem te interviewen.

Het interview vindt plaats in de prachtige bibliotheek van het Ambassade Hotel in Amsterdam. De schrijver blijkt op de hoogte te zijn van het bestaan van Crimezone en van mijn site en mijn Erlendur ABC. Een prettige binnenkomer!

Allereerst check ik of het klopt dat Arnaldur tot dusver 6 boeken heeft geschreven met Erlendur Sveinsson in de hoofdrol. Dat klopt. Dat zijn achtereenvolgens: Maandagskinderen, Dauðarósir (nog niet vertaald), Noorderveen, Moordkuil, Engelenstem en Koudegolf. De filmrechten van twee van zijn boeken zijn inmiddels verkocht en de films zijn in de maak. Daarnaast heeft hij nog twee op zichzelf staande boeken geschreven (Napóleonsskjölin en Betty). Tot dusver zijn dus vijf boeken in het Nederlands vertaald. In deze boeken is een hoofdrol weggelegd voor rechercheur Erlendur Sveinsson, een melancholieke en eenzame man. Hij heeft twee kinderen genaamd Eva Lind en Sindri Snær. Zijn dochter heeft een drugs- en zijn zoon een alcoholprobleem. Hij heeft hen in de steek gelaten toen ze nog klein waren.
Erlendur

Het eerste gedeelte van het interview gaat over de inhoud van de boeken met Erlendur Sveinsson in de hoofdrol. Ik vraag aan de schrijver hoe Erlendur is ontstaan.
‘Dat was bij toeval. Ik wilde een verhaal schrijven over een schoolklas, over experimenten met kinderen, over drugs. Dat idee zat in mijn hoofd. En omdat ik daarbij een politieman nodig had, is Erlendur ontstaan. Door over hem te schrijven raakte ik steeds meer geïnteresseerd in zijn karakter. Dat heb ik in de daarop volgende boeken meer uitgediept. Naarmate ik hem beter leerde kennen werd hij voor mij steeds boeiender.’

Heeft de naam Erlendur eigenlijk een betekenis in het IJslands?
‘Ja, het betekent: vreemdeling. De keuze van de naam heeft te maken met het feit dat Erlendur een ‘loner’ is, afkomstig van het platteland, een buitenstaander.’

In het Erlendur-ABC op mijn website heb ik hem als volgt omschreven: ‘Om en nabij de vijftig. Hoofdpersoon en rechercheur. Hij is een melancholiek man en leest veel over noodlottige tochten en dodelijke ongevallen op de IJslandse hoogvlaktes. Hecht aan de oude IJslandse waarden, normen en tradities. Indriðason geeft aan dat deze beschrijving de lading goed dekt.
Indriðason: ‘Misschien is een goede aanvulling nog wel dat Erlendur moeite heeft met de veranderingen in de samenleving.’

De namen van de beide andere hoofdpersonen - Sigurður Óli en Elínborg - hebben overigens geen speciale betekenis. Indriðason: ‘Het zijn veel voorkomende IJslandse namen.’
Ik vertel dat er op dit moment een discussie gaande is bij Crimezone over ‘Moordkuil’ en dat iemand opmerkte dat de naam Erlendur veel associaties oproept met het Nederlandse woord ‘ellende’. Arnaldur Indriðason vindt het wel komisch en lacht. ‘Dat past mooi samen.’

We praten verder over Erlendur en ik vraag de schrijver of hij een verklaring heeft voor het feit dat Erlendur zijn gezin en zijn beide kinderen heeft verlaten.
Indriðason: ‘Daarvoor zijn uiteraard meerdere verklaringen mogelijk. Eén interpretatie zou kunnen zijn dat hij de verantwoordelijkheid niet aankon omdat hij in zijn jeugd ernstig heeft gefaald. Hij voelt zich nog steeds verantwoordelijk voor de verdwijning van zijn broertje. Hij is nooit teruggevonden. Dat levert een permanent, diepgeworteld schuldgevoel op. Daarom leest Erlendur veel over verdwijningen. Overigens verdwijnen er nog jaarlijks mensen, ook toeristen, in IJsland. Ze maken tochten, keren niet terug en sommigen van hen worden nooit teruggevonden.’

In het e-mail interview dat ik in 2003 had met Arnaldur Indriðason noemde hij Sigurður Oli ‘an asshole’. Vindt hij dit nog steeds? Óli is ondertussen wel iets ouder geworden.
Indriðason vindt dat het nog steeds klopt. ‘Erlendur en Óli verschillen wezenlijk van elkaar. Erlendur diept uit, is gedreven, Óli doet gewoon zijn werk en heeft moeite zich te binden. Hij heeft geen ‘roots’, zegt Indriðason. ‘Hij is een pragmaticus die de Amerikaanse invloeden omhelst. En hieraan heeft Erlendur juist een enorme hekel. Je zult hem niet tegenkomen bij MacDonalds.’
Erlendur Sveinsson is de favoriete personage van Arnaldur Indriðason. Zijn overleden broertje krijgt in de boeken tot dusver geen naam. ‘Dat was een bewuste keuze.’

Een ander personage in de boeken van de IJslander is Elinborg. Zij is een vrouwelijke politieagent, ze is om en nabij de vijftig en kan goed koken. Arnaldur Indriðason onthult dat ze in een volgend boek een kookboek op de markt gaat brengen. ‘She is a very good cook.’

Engelenstem

Het onlangs verschenen boek Engelenstem lijkt een ander type boek dan de voorgaande. Er is beperking in plaats en in tijd. Het verhaal speelt zich af in vier dagen en plaats van handeling is een hotel.
‘Dat is inderdaad het geval’, beaamt de auteur. ‘Ik wilde een boek schrijven in de traditie van Agatha Christie. Ik heb geprobeerd het hotel zodanig te beschrijven dat het als het ware een personage wordt. Ik wilde een verhaal met verdachten, logisch denkwerk en een ontknoping.’
Ik vraag of het hotel uit Engelenstem echt bestaat. Dat blijkt niet het geval. ‘Maar de meeste plaatsen, straten en locaties uit mijn boeken bestaan wel.’
Zijn er al toeristen die naar IJsland komen om bepaalde plekken te bezoeken?
‘Nee’, zegt de schrijver, ‘die indruk heb ik niet.’
Veel lezers vinden de boeken van Arnaldur Indriðason melancholiek. Dat vind ik ook, maar ik zie ook veel droge humor. Het zit in de dialogen, de ruzies, de opwinding van Erlendur over het verkwanselen van oude IJslandse waarden en de directe manier van omgaan met zijn collega’s en zijn dochter.
Indriðason: ‘Ik vind Erlendur ook komisch, misschien is de humor wat verborgen en zit het tussen de regels door.’
Arnaldur Indriðason is de eerste auteur die de IJslandse misdaadroman populair heeft gemaakt in zijn geboorteland. ‘We hadden op dat gebied geen traditie’. Ondertussen zijn er ongeveer zes à zeven auteurs die misdaadromans schrijven. Voordat Indriðason zelf begon met schrijven, werkte hij als journalist en recenseerde hij veel misdaadromans. Hij begon in 1996 te schrijven.
‘Mijn vader was een belangrijke IJslandse auteur en op jonge leeftijd wilde ik niet, zoals zovele kinderen, in zijn voetsporen treden. Dat is de verklaring waarom ik pas op relatief late leeftijd ben begonnen.’

Indriðason schreef zijn boeken voor de pakweg 300.000 IJslanders. Nu, jaren later, heeft hij een wereldwijd publiek weten te veroveren. De boeken worden in 26 landen uitgegeven. Dit succes had de schrijver natuurlijk niet verwacht.
Indriðason: ‘Blijkbaar gaat het in mijn boeken om universele thema’s. Het is grappig dat overal ter wereld ook ongeveer dezelfde vragen worden gesteld. Zo vragen bijvoorbeeld de vrouwelijke lezers zich altijd af of Erlendur nog ooit een leuke vriendin krijgt. Maar of dat gaat gebeuren...’

De dochter van Erlendur - Eva Lind - komen we regelmatig tegen in zijn boeken, maar zijn zoon - Sindri Snær - hebben de Nederlandse lezers nog niet leren kennen. Ik vraag of we dit nog kunnen verwachten. Indriðason vertelt dat Sindri meer op de voorgrond komt in het laatste boek dat hij heeft geschreven (Kleifarvatn).’

Arnaldur weet nog niet hoeveel boeken er zullen verschijnen met Erlendur in de hoofdrol. De IJslander zegt hierover: ‘Momenteel ben ik bezig met de zevende, daarnaast werk ik nog aan een ander boek. Men zegt altijd dat je 10 boeken moet schrijven, we zullen het zien. Ik vind het ook inspirerend om een op zichzelf staand boek te schrijven. Dat geeft variatie en het is soms goed even afstand te nemen van de personages.’

Op mijn vraag of hij nog andersoortige boeken dan misdaadromans wil schrijven, antwoordt de auteur: ‘Soms denk ik wel eens over een kinderboek.’

De schrijfstijl van Indriðason kenmerkt zich door korte dialogen en relatief weinig woorden. De auteur wijt dat aan zijn IJslandse achtergrond: ‘We zijn geen mensen van veel woorden. Dat zie je ook in de oude IJslandse sagen. Ik baseer me op deze traditie. Ik lees ze graag, daarnaast houd ik ook erg van poëzie.’ Op dit moment lees ik geen misdaadromans meer. Vroeger als recensent heb ik er vele gelezen.’

Sociaal realisme
Arnaldur Indriðason schrijft sinds 2001 fulltime en dit ervaart hij als een voorrecht. Hij vindt zichzelf veel meer een ‘why-dunnit’ dan een ‘who-dunnit’ schrijver die in zijn boeken het verhaal kwijt wil over de samenleving waarin hij leeft. Dat is de traditie van het ‘sociaal realisme’.
Indriðason: ‘Ik wil schrijven over maatschappelijke en actuele thema’s met een universeel karakter.’ Zo komen er in al zijn boeken dergelijke onderwerpen voorbij: mishandeling in het gezin, psychische terreur, de rol van de opvoeding, machtsmisbruik etcetera.

Heeft Arnaldur Indriðason nog een genre binnen de misdaadliteratuur waar hij niet van houdt? ‘Nee’, antwoordt de auteur. ‘Voor mij is het enige criterium of het een goed boek is.’

De Scandinavische misdaadroman is momenteel behoorlijk populair. De auteur heeft hierover wel een theorie: ‘Een verklaring zou kunnen liggen in het feit dat lezers de psychologische invalshoek waarderen, evenals de beschrijving van gewone mensen en thema’s die in de samenleving spelen.’

Is het moeilijk voor een IJslandse auteur om een internationale markt te veroveren?
Indriðason: ‘Ja, dat is het zeker. Maar gelukkig kennen de Scandinavische landen een prijs, ‘de Glazen Sleutel’ (Glasnyckeln). Deze wordt elk jaar uitgereikt en is een hulpmiddel om bijvoorbeeld de Engelstalige markt te veroveren. Indriðason heeft deze prijs twee keer gekregen en daarna begon zijn grote doorbraak.
‘Slechts 3% van alle boeken die in Engeland op de markt komen is van buitenlandse afkomst’, vervolgt de auteur. ‘Dat geeft aan hoe moeilijk het is.’

En wat lezen de IJslanders zoal? Zijn de boeken van bijvoorbeeld Dan Brown in IJsland ook zo populair? Dat blijkt het geval. Indriðason: ‘De IJslanders lezen overigens veel Engelse boeken. Doordat het een klein taalgebied is kan niet alles vertaald worden.’
En hiermee komt een einde aan het gesprek met Arnaldur Indriðason. Hij blijft nog enkele dagen in Nederland, zijn vrouw komt het weekend over, dan is het tijd om Amsterdam te verkennen.
En ik kijk terug op een bijzonder aangename ontmoeting met deze vriendelijke en voorkomende IJslandse schrijver en weet zeker dat ik zijn werk zal blijven volgen.
(voorjaar 2005)