 |
 |
| 1997 - publicatie
in IJsland van het eerste boek in de serie met Erlendur in de hoofdrol.
De titel is: Synir Duftsins |
|
Voorwoord
in de boeken i.v.m de uitspraak van voor ons
vreemde letters - Uitspraak van þ, ð en æ. De IJslandse
þ wordt ongeveer uitgesproken als de Engelse stemloze th als
in bijvoorbeeld think. De IJslandse ð, die nooit aan het begin van een woord voorkomt, is de stemhebbende variant: als bijvoorbeeld in het Engelse that. IJslands æ wordt uitgesproken als ai |
| A |
|
Aalbessenstruiken
–
spelen een belangrijke rol in Moordkuil |
|
Addi
– kind uit Engelenstem, gewond geraakt
door een aanval |
|
Aggi
–- is op 13 jarige leeftijd overleden
aan een hartaanval (Maandagskinderen) |
|
Alli
– junk uit Moordkuil |
|
Auður
– dochter van Kolbrún,
gestorven op vierjarige leeftijd (Noorderveen) |
| B |
| Baddi – gespierde portier van een nachtclub uit Moordkuil |
| Breiðholt – mooie wijk in Reykjavík |
| Bergþóra – partner van Sigurður Óli, ze wil graag kinderen |
| C |
| Chartreuse – Een favoriete drank van Erlendur |
| D |
| Dagný – buurvrouw van Pálmi uit Maandagskinderen, ze kunnen
het goed samen vinden |
| Daníel – psychiatrisch
patiënt die zelfmoord pleegt in Maandagskinderen |
| David Welch – soldaat uit het Amerikaanse leger |
| ‘De tijd heelt geen enkele wond’’ – uitspraak van Erlendur in Moordkuil. |
| De woorden stonden met potlood op een stuk papier geschreven dat op de dode was neergelegd. Drie woorden, Erlendur een raadsel (eerste zin uit Noorderveen) |
| Dísa Rós – bruid uit Noorderveen |
| E |
| Edward Hunter – soldaat uit het Amerikaanse leger, is in IJsland gebleven |
| Elliði – gevangene in Noorderveen, kennis van Hollberg, de vermoorde man uit Noorderveen |
| Elín – zus van overleden Kolbrún (Noorderveen). |
| Elínborg – vrouwelijke rechercheur van middelbare leeftijd. Haar specialiteit is koken. Gescheiden en opnieuw getrouwd, ze heeft vier kinderen. Een van de weinige vrouwen bij de recherche. Heeft ooit een graad in de geologie behaald, maar nooit in dit vak gewerkt |
| Einar – zoon van Katrín, wetenschapper uit Noorderveen. |
| Eindelijk was het zover. Het gordijn werd opengetrokken de de zaal lag voor hem (Beginzinnen uit Engelenstem) |
| Elsa – arts uit Moordkuil |
| Erlendur luisterde niet naar moderne muziek. Op het werk had hij over hiphop horen praten en hij dacht lange tijd dat het een ander woord voor touwtjesspringen was |
| Erlendur Sveinsson – Om en nabij de vijftig. Hoofdpersoon en rechercheur. Hij is een melancholiek man en leest veel over noodlottige tochten en dodelijke ongevallen op de hoogvlaktes. Hecht aan de oude IJslandse waarden, normen en tradities |
| Eva Lind – dochter van Erlendur. Ze is verslaafd, probeert af te kicken, maar dat lukt niet echt. Ze is niet door Erlendur opgevoed vanwege zijn scheiding. Regelmatig zijn er heftige aanvaringen met haar vader. Erlendur ergert zich enorm aan haar taalgebruik |
| F |
| G |
| Gabriel Hermannsson – voormalig dirigent van een kinderkoor in Engelenstem |
| Gerookt schapenvlees - een favoriet gerecht van Erlendur tijdens de kerstdagen |
| Guðbjörn – verzorger van Daniel in Maandagskinderen |
| Guðni – schooldirecteur van Hvolsvöllur in Maandagskinderen |
| Guðrun Klemenzdóttir – verpleegster in Maandagskinderen |
| Guðlaugur Egilsson – ook wel Gulli genoemd, vermoorde portier uit Engelenstem, hij werd 48 jaar oud. |
| Grafarholt – plek waar een skelet wordt gevonden in Moordkuil |
| Grétar – crimineel uit Noorderveen |
| Grímur – vader en echtgenoot uit Moordkuil |
| H |
| Hanna – hoogleraar en decaan van de Medische Faculteit van de universiteit van IJsland (Noorderveen) |
| Halldór Svavarsson – door brand omgekomen in Maandagskinderen |
| Halldóra – ex van Erlendur. Ze haat hem, neemt hem alle ellende in haar leven kwalijk. Zet de kinderen tegen hem op |
| Helena Svavarsdóttir – zus van Halldór Svavarsson uit Maandagskinderen |
| Henry Bartlet – Amerikaan uit Engelenstem. |
| Henry Wapshott – Engelse toerist uit Engelenstem. Heeft 'aangebrande tanden', aldus Erlendur. Vermoeid uitziend en kaal. |
| Het is verdomme één groot stinkend moeras! Erlendur Sveinsson, rechercheur (Noorderveen) |
| )Het Glaspaleis – wetenschappelijk instituut uit Noorderveen |
| Holberg – vermoorde man uit Noorderveen. Hij werd 69 jaar oud |
| Hölderlin – een favoriete dichter van Erlendur |
| Húsavik – plaats in IJsland. |
| Hverfisgata – bekende straat in Reykjavík. Hier bevindt zich ook het politiebureau |
| Hij zag meteen dat het een menselijk bot was toen hij het had afgepakt van het kind dat er op de grond op had zitten bijten (eerste zin uit Moordkuil) |
| I |
| Ingólfur – Noor die in 874 als eerste in IJsland kwam wonen. |
| J |
| Japans autootje. Erlendur rijdt hierin. Hij is 12 jaar oud |
| Jim – werkzaam op de Britse ambassade in Reykjavík. (Moordkuil) |
| Jóhann – verzorger van Daníel in het psychiatrisch ziekenhuis in Maandagskinderen |
| K |
| Katrín – moeder van Einar (Noorderveen) |
| Keflavík – plaats op zo'n 45 minuten afstand met de auto van van Reykjavík. Er is ook een vliegveld |
| Kiddi de Raaf – oude schoolmaat van Daníel (Maandagkinderen) |
|
Kjalarnes
- plaats ten westen van Reykjavík |
|
Kleppur
– psychiatrisch
ziekenhuis |
Kolbrún –
moeder van Auður
(overleden op vierjarige leeftijd), ze stierf drie jaar na haar
dochter door zelfmoord. (Noorderveen) |
Kristinn – enorm dikke schooldirecteur uit Maandagskinderen |
| L |