naar start | a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | r | s | t | u | v | w | x | y | z  
De hand van de schilder (2006) Wolfram Fleischhauer ***

Meeslepend verhaal

Wat een domme zet van de hertog van Bellegarde, die herfstige dag in 1590. Waarom moest hij zo nodig tegen de Franse koning opscheppen over zijn nieuwste verovering, de bevallige Gabriëlle d’Estrées?
Hendrik van Navarra, al jaren in bloedige godsdienstoorlogen gewikkeld en al vaak om politieke redenen van religie veranderd, staat bekend om zijn libido. Bellegardes verhalen maken hem lekker en hij snakt ernaar die zeventienjarige met eigen ogen te zien. Resultaat: Gabriëlle is de volgende negen jaar zijn minnares. In die tijd baart ze minstens twee zonen en een dochter. Vlak voor Hendrik met haar zou trouwen sterft ze door vreselijke krampen. Op dat moment is ze zeven maanden zwanger.
Is Gabriëlle vermoord en zo ja, door wie? Zit hiervoor in het schilderij ‘Gabriëlle d’Estrées en één van haar zusters’ (zie cover) een aanwijzing verborgen? Die vragen houden Andreas Michelis, docent Amerikaanse literatuur, al bezig sinds het schilderij voor de eerste keer zijn aandacht trok in het Louvre. Zijn vriend bezorgt hem een oud manuscript dat een nieuw licht zou kunnen werpen op deze zaak. Michelis begint verwoed te lezen en als lezer lees je gewoon mee.
Daardoor beland je het grootste deel van De hand van de schilder in de zestiende eeuw. Dat historische verhaal begint met het einde, namelijk de afgrijselijke dood van Gabriëlle en geeft daarna heel fragmentarisch inzicht in die dood.
Ook het levensverhaal van de anonieme schilder van ‘Gabriëlle d’Estrées en één van haar zusters’ ziet in stukjes en brokjes het licht.
Zijn verhaal en dat van Gabriëlle komen samen als hij probeert om in haar gunst te komen. Dat lukt en hij mag voor haar een schilderij maken dat hem erg vreemd en mysterieus overkomt. Uiteindelijk doet hij, in de zestiende eeuw, hetzelfde als Michelis in de eenentwintigste: hij probeert het mysterie achter zijn eigen creatie bloot te leggen.
Wat volgt is een vrij eenvoudige plot die Fleischhauer behoorlijk ingewikkeld brengt.
Hoofdoorzaak zijn de onlogische stappen in de chronologie. Door het lukraak heen en weer gaan in de tijd krijg je als lezer stukken tekst te verwerken waarvan je op dat moment bijna geen notie hebt waarover het gaat.

Je zou op die chaos kunnen afknappen, ware het niet dat Fleischhauer de kunst van iets meeslepend vertellen verstaat. De beschrijvingen van de chirurgische ingrepen uit die tijd laten je griezelen. Je leeft echt mee met de lotgevallen van de anonieme schilder, die niet zo’n leuke jeugd meemaakte. De liefde tussen de koning en Gabriëlle lijkt oprecht, maar wat betekenen gevoelens als het belang van een heel land op het spel staat? En zit er echt zoveel verborgen in één schilderij?
Het einde van het boek is onnodig lang uitgesponnen. Dan komt de hedendaagse docent weer in beeld die antwoorden op zijn vragen gaat zoeken in verschillende bronnen en daar literatuurkritiek bij formuleert. Dat is op dat moment niet meer zo boeiend, dan wil je alleen nog maar weten of Gabriëlle nu vermoord is, of niet.