naar start | a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | r | s | t | u | v | w | x | y | z  
Langzame wals (2008) Robert Haasnoot **** (roman)
Eén warme, broeierige zomernacht

Sommige mensen worden verguisd bij leven en krijgen postuum eerherstel. Zo ook Lodewijk Pincoffs. Achteraf bekeken moet gezegd dat deze briljante en charismatische zakenman mee vorm gaf aan het moderne Rotterdam en haar haven. In 1879 echter viel hij onbarmhartig hard van zijn voetstuk door een nooit eerder gezien boekhoudschandaal. Met zijn gezin vluchtte hij halsoverkop naar Amerika waar hij, zo leert Wikipedia, in New York een tabakswinkeltje ging runnen.

Over die Lodewijk Pincoffs gaat Langzame wals. De overhaaste vlucht uit Nederland is nog maar net achter de rug, als  Pincoffs in The Old Standby, een groezelige kroeg in Paterson, wacht op een vertrouweling. Daar ziet hij Emma, een prostituee met Nederlandse roots. Emma zit ook te wachten. Zij wacht op haar man Harm. Harm raakte als techneut betrokken bij de bouw van een onderwaterboot en daarmee ook bij de Ierse vrijheidsbeweging in de VS. Emma en Lodewijk raken aan de praat, maar luisteren niet naar elkaar, ze zijn allebei te vol van de gebeurtenissen die hun eigen leven overhoop haalden. Rond elkaar heen wentelend komen de twee verhalen in de loop van de avond en nacht naar boven: de opkomst en ondergang van Pincoffs en de hoop, wanhoop en vernedering van Emma. Haasnoot, die bekend werd met zijn Zeewijk romans,  zet het wel zo boeiend neer, dat je als lezer wil doorlezen, niet alleen benieuwd naar waar de ontmoeting op uitloopt, maar ook benieuwd naar het verloop van de levens van die twee mensen die elkaar toevallig ontmoetten.

Haasnoot is een meester in het neerzetten van filmische situaties. Zijn beschrijving van de ochtend in Paterson -met Pincoffs die vanuit het raam van zijn hotelkamer een begrafenisstoet ziet, maar ook twee hondenvangers en een onwillige hond- tovert een levendig beeld van een oud Amerikaans stadje op je netvlies. Maar ook het negentiende-eeuwse Antwerpen komt langszij, natuurlijk het bedrijvige Rotterdam en niet te vergeten het brave Zeewijk, waar mensen nog sterven aan tuberculose. Hij lijkt zijn taalgebruik aan te passen aan de tijd. Als de jonge Pincoffs naar de hand dingt van bankiersdochter Esther, dan “joepte en juichte” haar hart bij het afscheid. Prachtig is het, en dat geldt voor het hele boek: er staat geen woord teveel in. Heel erg mooi is het personage Emma. Ze heeft, in tegenstelling tot Pincoffs, geen enkele historische grond, maar komt heel levensecht over. Haar leven is een aaneenschakeling van misbruik, al lijkt ze daar zelf niet onder gebukt te gaan. Het overkwam haar. Morgen is er weer een dag. Die “we moeten verder”-houding is ook erg duidelijk bij Pincoffs. Het is prachtig hoe telkens weer wanhoop de kop opsteekt, maar elke keer opnieuw weet Pincoffs zichzelf uit de greep van de neerslachtigheid te bevrijden. Met zijn joodse achtergrond gelooft hij in mazzel en brooche, geluk en zegen. Het leven voor het fiasco met zijn Afrikaansche Handelsvereeniging was goed voor hem geweest. Hij hoopt in Amerika een nieuw en eveneens succesvol leven op te bouwen. Misschien, dat zullen we natuurlijk nooit zeker weten, was hij wel heel gelukkig in zijn tabakszaak.

Wat we wel met zekerheid kunnen zeggen, is dat Langzame wals een schitterende roman is. Beeldend, taalrijk, boeiend, sprankelend en met hier en daar een vleugje humor.