Vrouwelijke thrillerauteurs zijn in ons taalgebied dun gezaaid,
net zoals de legal thriller. 'Dode Letter' combineert beide unicums
en ik was dan ook vereerd dat ik dit boek mocht recenseren. Stiekem
hoopte ik op een Vlaamse schrijfster die een spannend verhaal zou
kruiden met levensechte karakters. Beschikken vrouwen niet per definitie
over een groot inlevingsvermogen? Bovendien is Maeren zelf advocaat,
ze kent het milieu waarover ze schrijft door en door. Geef toe:
ik had alle redenen om hoopvol aan het boek te beginnen. Maar...
Het verhaal begint op Kerstmis. Annie Verdaele wacht
met de lamsbout in de oven op haar dochter Leen. Diens lesbische
relatie sprong kort geleden af en dat bracht de nodige scheidingsperikelen
met zich mee. Als Leen niet komt opdagen, wordt Annie ongerust en
terecht, zo blijkt: Leen ligt dood op bed. Annie belt eerst de huisarts
en daarna Frieda Degraeve. Deze pas zelfstandig geworden advocate
werd door Leen ingeschakeld om haar deel van de aandelen die haar
ex-vriendin bewaart, op te eisen. Rondom deze belangen in bedrijven
en het verleden van de dode weeft Maeren een heldere, zij het wat
magere, plot. De lezer krijgt in een inkijkje in de advocatuur en
in het leven van Frieda Degraeve. Die laatste moet niet alleen erg
hard werken om het kantoor rendabel te houden, ze houdt er ook een
moeizame relatie met een getrouwde man op na en ze wordt gestalkt
door een onbekende vrouw die gevaarlijke afschrikmiddelen gebruikt.
Maeren schrijft vlot en haar boek heb je in een
wip gelezen. Ze wisselt haar proza af met andere informatiebronnen.
Zo schotelt ze ons een fragment uit het dagboek van een buurman
voor, een mailtje, iemands Curriculum vitae, een psychiatrisch rapport
en krantenberichten. Op zich leuk. Alleen hebben de meeste van deze
tussenvoegsels enkel maar de bedoeling je op een erg kunstmatige
manier op het verkeerde been te zetten. Wat heb je er als lezer
aan dat ene Stef Demaeseneer in zijn dagboek een aantal clichématige
vooroordelen ten opzichte van lesbiennes opsomt tot en met “Ze
heeft waarschijnlijk nog nooit een echte man gehad“ als diezelfde
Stef daarna niet meer in het boek voorkomt? Wat denk je als je op
pagina 183 in een CV leest over insuline en als enkele bladzijden
later iemand door een overdosis van dat goedje sterft? De tussenvoegsels
getuigen ook niet van inlevingsvermogen. Zou een vrouw die na twee
jaar lief en leed haar vriend verlaat omdat ze hem verdenkt van
moord, nu echt haar verhuismodaliteiten beschrijven? “Mijn
meubels heb ik vanmorgen laten opladen (...). Mijn boeken en cd’s
heb ik zelf verhuisd. Mijn pc ook.” Tja. En jammer dat in
de krantenberichten van De Standaard en Het Laatste Nieuws de kenmerkende,
verschillende stijl van beide dagbladen niet te herkennen is. Ik
durf bijna te wedden dat Ludo Permentier, taalbewaker van De Standaard,
zijn tenen kromt als hij de “aldussen” leest die Maeren
zijn krant toedicht.
Kortom: mijn hoop werd niet bewaarheid. Hoewel het
een prettig geschreven verhaal is, beklijft het geen moment. Het
blijft... dode letter. Jammer.
|