naar start | a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l | m | n | o | p | q | r | s | t | u | v | w | x | y | z  
Dode letter (2004) Marthe Maeren **
Dode letters


Vrouwelijke thrillerauteurs zijn in ons taalgebied dun gezaaid, net zoals de legal thriller. 'Dode Letter' combineert beide unicums en ik was dan ook vereerd dat ik dit boek mocht recenseren. Stiekem hoopte ik op een Vlaamse schrijfster die een spannend verhaal zou kruiden met levensechte karakters. Beschikken vrouwen niet per definitie over een groot inlevingsvermogen? Bovendien is Maeren zelf advocaat, ze kent het milieu waarover ze schrijft door en door. Geef toe: ik had alle redenen om hoopvol aan het boek te beginnen. Maar...

Het verhaal begint op Kerstmis. Annie Verdaele wacht met de lamsbout in de oven op haar dochter Leen. Diens lesbische relatie sprong kort geleden af en dat bracht de nodige scheidingsperikelen met zich mee. Als Leen niet komt opdagen, wordt Annie ongerust en terecht, zo blijkt: Leen ligt dood op bed. Annie belt eerst de huisarts en daarna Frieda Degraeve. Deze pas zelfstandig geworden advocate werd door Leen ingeschakeld om haar deel van de aandelen die haar ex-vriendin bewaart, op te eisen. Rondom deze belangen in bedrijven en het verleden van de dode weeft Maeren een heldere, zij het wat magere, plot. De lezer krijgt in een inkijkje in de advocatuur en in het leven van Frieda Degraeve. Die laatste moet niet alleen erg hard werken om het kantoor rendabel te houden, ze houdt er ook een moeizame relatie met een getrouwde man op na en ze wordt gestalkt door een onbekende vrouw die gevaarlijke afschrikmiddelen gebruikt.

Maeren schrijft vlot en haar boek heb je in een wip gelezen. Ze wisselt haar proza af met andere informatiebronnen. Zo schotelt ze ons een fragment uit het dagboek van een buurman voor, een mailtje, iemands Curriculum vitae, een psychiatrisch rapport en krantenberichten. Op zich leuk. Alleen hebben de meeste van deze tussenvoegsels enkel maar de bedoeling je op een erg kunstmatige manier op het verkeerde been te zetten. Wat heb je er als lezer aan dat ene Stef Demaeseneer in zijn dagboek een aantal clichématige vooroordelen ten opzichte van lesbiennes opsomt tot en met “Ze heeft waarschijnlijk nog nooit een echte man gehad“ als diezelfde Stef daarna niet meer in het boek voorkomt? Wat denk je als je op pagina 183 in een CV leest over insuline en als enkele bladzijden later iemand door een overdosis van dat goedje sterft? De tussenvoegsels getuigen ook niet van inlevingsvermogen. Zou een vrouw die na twee jaar lief en leed haar vriend verlaat omdat ze hem verdenkt van moord, nu echt haar verhuismodaliteiten beschrijven? “Mijn meubels heb ik vanmorgen laten opladen (...). Mijn boeken en cd’s heb ik zelf verhuisd. Mijn pc ook.” Tja. En jammer dat in de krantenberichten van De Standaard en Het Laatste Nieuws de kenmerkende, verschillende stijl van beide dagbladen niet te herkennen is. Ik durf bijna te wedden dat Ludo Permentier, taalbewaker van De Standaard, zijn tenen kromt als hij de “aldussen” leest die Maeren zijn krant toedicht.

Kortom: mijn hoop werd niet bewaarheid. Hoewel het een prettig geschreven verhaal is, beklijft het geen moment. Het blijft... dode letter. Jammer.