De duistere kant
van Thorne
In 'Het verbrande
meisje' speelt inspecteur Tom Thorne voor de vierde keer de hoofdrol.
In Londen heerst een verwoede oorlog tussen verschillende bendes
die in elkaars vaarwater proberen te komen.
De leden vallen als vliegen, sommige met een X op hun rug gemarkeerd.
De politieleiding wil daar een einde aan maken.
Daarom moet Thornes team Ernstige Delicten samenwerken met de groep
Ernstige Georganiseerde Delicten.
De politie weet dat de bende van Ryan geviseerd wordt, maar niet
door wie. De bende van Ryan weet dat zelf schijnbaar wel en hun
wraakacties zetten de politie op het juiste spoor. Wat zou de politie
graag de kopstukken van de bendes oppakken, Ryan zelf bijvoorbeeld,
maar tot nog toe is die hen steeds te slim afgeweest. Misschien
helpt een nieuwe verklaring van huurmoordenaar Gordon Rooker. Carol
Chamberlain, de gepensioneerde collega en vriendin van Thorne die
voor het eerst opdook in Wraakhotel, rekende deze man twintig jaar
geleden in. Rooker was destijds bereid alles te doen voor geld,
zelfs een meisje overgieten met aanstekervloeistof en in brand steken.
Maar hij vergiste zich. Niet de dochter van een toenmalige bendeleider,
maar diens veertienjarige vriendin werd het slachtoffer.
Hoewel Carol niet bij de moordpoging aanwezig was, kan ze zich de
angst en pijn van het meisje goed voorstellen. De zaak van het verbrande
meisje ligt nog zo vers in haar geheugen, dat ze zelfs meent dat
ze erover droomde op het moment dat een nachtelijk telefoontje haar
uit haar slaap haalt. “Ik heb haar in brand gestoken...”,
zegt een man die duidelijk niet Gordon Rooker is. Zit Rooker onschuldig
in de nor? Waarom bekende hij twintig jaar geleden dan de moordpoging?
Carol haalt Thorne erbij die belooft in zijn vrije tijd wat onderzoek
te doen naar Rooker. Maar het verleden wordt actueel als Rooker
beweert dat Ryan de opdrachtgever voor de verbranding was. En hij,
Rooker, niet de uitvoerder. Wie dan wel? Carols nachtelijke beller?
Of Ryan zelf?
Billingham
verweeft verschillende verhaallijnen in dit boek. Er is niet alleen
het politiewerk met de diverse sporen die gevolgd worden en de interne
strubbelingen, er is ook veel aandacht voor de persoonlijkheid en
het privéleven van de spelers en het dagboek van het verbrande
meisje. Billingham beschrijft dit alles met veel zin voor detail
en inleving.
Zo is inspecteur Thorne écht een man van vlees
en bloed, met herkenbare maar ook afstotelijke karaktertrekjes.
Zijn werk begint hem stilaan te frustreren. De echte leiders van
de bendes zijn ongrijpbaar. Daarom stelt hij zich tevreden met enkele
kleinere garnalen waarbij hij de regels van de moraal overtreedt.
In dit boek is hij indirect drie keer oorzaak van een moord. Hij
schijnt er niet van wakker te liggen.
Ik ben benieuwd naar een volgende
Billingham, om te kijken hoe dat aspect van Thorne evolueert. |