Het
stenen concilie (2002) Jean-Christophe Grangé * |
Te onwaarschijnlijk
Diane Thiberge, gespecialiseerd
in het gedrag van roofdieren en meester in oosterse vechtkunst,
is door een jeugdtrauma niet in staat tot relaties met mannen. Dankzij
connecties van haar stiefvader lukt ze erin op haar dertigste een
kind te adopteren. Drie weken is Diane echt gelukkig, maar dan krijgt
ze op een ring van Parijs een auto-ongeluk waarbij haar zoontje
zwaar gewond raakt. Als een mysterieuze acupuncturist zijn genezing
bewerkstelligt, maar even later zelf onder verdachte omstandigheden
verdwijnt, begint Diane te vermoeden dat het ongeval opgezet spel
was. Ze moet de roots van haar kind achterhalen en te weten komen
waarom hij een helse machinatie in gang zet. Haar zoektocht naar
de waarheid leidt haar langs psychologen, antropologen, hypnotiseurs,
sjamanen en brengt haar steeds verder van huis.
Ik heb een tijd samengewerkt
met een intelligente man die soms zei als ik hem belde: ‘Ik
was net aan je aan het denken’. Ik vond dat altijd schitterend
toeval, maar hij vermoedde telepatische krachten. Een andere vriend
vertelde me over de vreemde gewaarwordingen die hij ervoer op plaatsen
waar bloedige veldslagen plaatsvonden. Tijdens het lezen van 'Het
stenen concilie' moest ik aan hen denken. Ik nam me voor een beetje
tolerant te zijn voor de dingen die in het boek gebeurden. Telekinese,
het door gedachten laten bewegen van voorwerpen: ’t zou kunnen.
Je dingen herinneren onder hypnose: is dat niet gewoon een ingeburgerde
techniek? Iemand via telepathie over laten komen uit een ander land:
waarom niet, als je er bedreven in bent, spaart dat meteen een telefoonrekening
uit. Toch, naarmate het boek vorderde, werd het me allemaal een
beetje té. Te onwaarschijnlijk, te gekunsteld, te vergezocht.
Al kunnen veel beschreven gebeurtenissen teruggebracht worden tot
de werkelijkheid, Grangé heeft het schepje er bovenop overdreven.
Hij gebruikt daarvoor een soort intellectueel jargon waar ik kregel
van word. Tel daarbij de langdradige natuur- en techniekbeschrijvingen
en de semi-poëtische vergelijkingen en je krijgt een onverteerbaar
boek.
Smaken kunnen natuurlijk verschillen,
In Frankrijk is Grangé een bestseller-auteur. |
Het wolvenrijk (2004) Jean-Christophe
Grangé *****
Antwoorden
roepen prangende vragen op
Anna Heymes,
een welgestelde Parisienne, wordt stilaan gek. Ze herkent bij vlagen
haar eigen man niet en ze wantrouwt haar dokter. Op een morgen vindt
ze bij zichzelf littekens waarvan ze zich niet herinnert hoe ze
die opliep. Ze vermoedt een complot en ontvlucht haar huis. De psychiater
bij wie ze een onderkomen zoekt, denkt onmiddellijk aan een paranoïde
psychose. Maar waarom laat deze arts haar niet opnemen of waarom
belt ze Anna’s man niet? Zit er dan toch iets geloofwaardigs
in Anna’s verhaal?
Tegelijkertijd
heeft inspecteur Paul Nerteaux heel andere katjes te geselen. Hij
is op zoek naar een seriemoordenaar die rondwaart in de Turkse wijk
van Parijs. De killer heeft het voorzien op jonge, mollige Turkse
vrouwen. Eenmaal in zijn handen wacht hen een verschrikkelijk lot.
De angst in Klein Turkije is voelbaar, maar iedereen houdt zijn
mond. Ten einde raad doet Paul beroep op Jean-Louis Schiffer, een
op rust gestelde smeris die de Turkse wijk door en door kent. Deze
Schiffer, volgens sommigen de duivel in eigen persoon, leidt Nerteaux
langs een ondergrondse wereld van koppelbazen en illegale confectie-ateliers.
Hij ontdekt al snel dat iedereen zwijgt omdat de Grijze Wolven achter
de moorden zitten. Maar waarom zou deze politieke groepering het
gemunt hebben op ongeletterde eenvoudige Turkse vrouwen?
'Het wolvenrijk'
is een ingenieus geconstrueerde thriller, boeiend van begin tot
eind. Je vraagt je af hoe de twee heldere verhaallijnen, Anna’s
geheugenverlies en de moorden in de Turkse wijk, bij elkaar kunnen
komen.
Grangé bevredigt al snel je nieuwsgierigheid door duidelijke
antwoorden, alleen roepen die antwoorden weer nieuwe, nog prangender
vragen op. Daardoor wordt dit boek een heuse pageturner, moeilijk
om weg te leggen. Dat ligt overigens niet alleen aan de plot, maar
ook aan de personages. Niet alle spelers zijn even sympathiek, maar
toch is het makkelijk om je een heel stuk in te leven in hun gedachten
en gevoelens. Het verleden heeft hen gemaakt tot wat ze nu zijn.
Kortom: een schitterend boek met een niet alledaagse, misschien
(nog?) niet realistische maar wel geloofwaardige plot, geschreven
in een mooie taal met interessante personages. Ik kan hier geen
puntje van kritiek bedenken, zelfs niet over uiterlijkheden zoals
cover of uitgave. Want zélfs die zijn tiptop in orde: intrigerende
cover met dito foto, mooi lettertype op zacht aanvoelend papier.
Grangé heeft met dit boek het maximum van vijf sterren meer
dan verdiend. |
Voorbij de zwarte lijn (2005) Jean-Christophe
Grangé ***
Lange aanloop naar wervelende
apotheose |
Ik las van Grangé
totnogtoe drie boeken. Het eerste, Het stenen concilie, vond ik
een enerverend onwaarschijnlijk en onverteerbaar boek. Achteraf
merkte collega Remko fijntjes op dat de waarschijnlijkheid van
een boek geen afbreuk hoeft te doen aan de spanning. Dat ben ik
met hem eens, maar het semi-wetenschappelijke gewauwel belemmerde
elke vaart. Daarna las ik Het wolvenrijk, in alle opzichten het
tegengestelde van Het stenen concilie. Door snelle plotwendingen,
prangende cliffhangers en geloofwaardige karakters vloog ik er
in sneltreintempo doorheen. Wat een prachtig boek! Ook hier speelden
wetenschappelijke elementen een rol, maar deze keer waren ze boeiend,
aannemelijk en perfect passend in de plot.
Voorbij de zwarte lijn,
het boek dat sinds vorige maand uit is, houdt het midden tussen
de twee. Het vertelt weliswaar een stevig verhaal, maar de aanloop
naar de apotheose is vrij lang en eentonig doordat Grangé
snijdende spanning en verrassingselementen bewaart tot het laatst.
Dat einde maakt veel goed, maar in zijn geheel vond ik het een
nogal stroef boek. De vele cryptische omschrijvingen en de ‘symboliek
van het bloed’ zijn ook al geen elementen die voor extra
zuurstof zorgen.
Voorbij de zwarte lijn heeft
twee hoofdpersonages. Marc Dupeyrat is een journalist die sinds
de zelfmoord van zijn jeugdvriend en de gruwelijke moord op zijn
verloofde, bezeten is door misdaad en dood. Als verslaggever van
gerechtszaken probeert hij het brein van criminelen te doorgronden.
Tevergeefs, tot Jacques Reverdi zich aandient. Deze voormalig
olympisch kampioen apneu-duiken (= duiken zonder zuurstof) leefde
jaren in het Verre Oosten als een beminnelijk Fransman, maar is
nu op heterdaad betrapt terwijl hij een jonge vrouw vermoordde.
Dupeyrat weet dat Reverdi geen interviews toestaat, daarom probeert
hij contact te leggen via e-mail. Hij doet zich voor als Elisabeth
Bremen, een naïeve psychologiestudente die een werkstuk wil
schrijven over het brein van een moordenaar. Reverdi hapt toe,
want dit roofdier heeft wel zin in een spelletje. Via mail geeft
hij Elisabeth/Marc tips die haar/hem op weg zetten van zijn daden
en motieven. Marc reist zowat het hele Verre Oosten af in een
poging Reverdi’s raadsels te ontcijferen. Tegelijkertijd
bouwt Reverdi in de gevangenis een stevige reputatie op. De apotheose
vormt de ontmoeting tussen de twee hoofdpersonages, waarbij de
motieven van Reverdi haarfijn door de master himself geëxpliqueerd
worden. Aan de lezer om te oordelen over de geloofwaardigheid
en originaliteit ervan.
Conclusie: het vakmanschap van Grangé zorgde voor een goed
boek, alleen bleek uit Het wolvenrijk dat hij veel beter kan. |
|