Philip Kerr - Als de doden niet herrijzen (2009)****

briljante one-liners

Opnieuw heeft Philip Kerr een politieke thriller geschreven met privédetective Bernie Gunther als hoofdpersoon.
Na zijn beroemde Berlijnse trilogie over Bernie Gunther, inspecteur tijdens het nazibewind, De een van de ander, over Duitsland en zijn buurlanden vlak na de Tweede Wereldoorlog, en Een stille vlam, over een afschuwelijke moord op jonge meisjes in Argentinië en de overeenkomst met soortgelijke moorden in nazi-Duitsland in de jaren ’30, nu opnieuw een opmerkelijk misdaadverhaal, wederom gesitueerd in Berlijn in 1934, en nu op Cuba in 1954.

Hoofdpersoon Bernie Gunther, zelf ook voorzien van een SS-dossier, is privédetective en krijgt zaken aangeboden waar vaak een luchtje aan zit.
In 1934 is hij ontslagen bij de Kriminalpolizei vanwege zijn sympathie voor de Weimarrepubliek, die tenminste nog democratisch was, en zijn antipathie voor de nazi’s die dat zeker niet waren.
Als detective van het beroemde Adlonhotel in Berlijn wordt hij geconfronteerd met de moord op een zakenman en een bokser. Als hij naspeuringen doet, komt hij op het spoor van een grote fraude rondom de bouwactiviteiten voor de Olympische spelen die in 1936 in Berlijn zouden worden gehouden.
Een Amerikaanse-joodse journaliste die het Amerikaans Olympisch Comité wil aansporen de Spelen te boycotten, helpt hem bij zijn onderzoek. Hij stuit daarbij onder meer op een Duits-joods-Amerikaanse gangster die de spelen wil gebruiken om zichzelf en de maffia te verrijken.

Na WO II komen we een aantal hoofdpersonen, waaronder Bernie zelf, tegen in het Cuba vóór Fidel Castro, het Cuba van dictator Batista waar de Amerikaanse maffia grote belangen had.
Havana 1954. Nu blijkt dat nogal wat Amerikanen baat hebben gehad bij de zelfverrijking in 1934.
En hoewel Bernie geen cynicus wil zijn, lijkt hij dat zijns ondanks toch te zijn geworden. Of niet?
De ontknoping is toch nog verrassend.

“ik vul graag de blanco pagina’s van de geschiedenis”, zegt Kerr.
En dat is hem opnieuw gelukt.
Zijn schrijfstijl is meeslepend: de uitspraken die hij Bernie en anderen in de mond legt, zijn soms briljante one-liners. En vaak blijkt een alinea of bladzijde verder dat zo’n one-liner ook nog een follow-up kent die er een andere en soms diepere betekenis aan geeft.
Zeker 4 sterren.