Frederick Forsyth - De Cobra ( 2010) ***

Jongensboek

Als jongen van twaalf, dertien jaar verslond ik de boeken van Pim Pandoer.
Het waren spannende verhalen, met geheimzinnige titels als “De schrik van de Imbosch” en “De heks van ’s-Heerenberg”. Het waren ook echte jongensboeken. Geen relatieproblemen, geen gezeur, wel veel actie, een stevige plot en vaak een onverwachte ontknoping.
Dit alles gaat ook op voor de boeken van Forsyth. Al in 1972  las ik “De dag van de jakhals”, over een moordaanslag op de Franse president Charles de Gaulle. Bloedstollend (net als de verfilming ervan). Daarna schreef hij nog zo’n 17 boeken, allemaal spannend, met een gedegen plot, en gebaseerd op uitgebreide research. Die maakt zijn verhalen, ook al zijn ze voor honderd procent fictie, geloofwaardig.

Ook “De Cobra” is zo’n boek. Voor wie niet houdt van feiten, van oorlog, van wapentechniek, is dit geen aanrader. Maar wie destijds als jongen Pim Pandoer verslond, zal ook dit boek van Forsyth kunnen waarderen.

Het leest als een trein, het is een echte pageturner, en het gaat over een groot en herkenbaar probleem: de handel in cocaïne.
En hoewel het soms iets teveel feiten bevat, blijft Forsyth de spanning erin houden. Hij is nog steeds de verteller die hij vanaf 1972 al is. Het verhaal blijft geloofwaardig tot en met het toch nog onverwachte einde.