start | boeken | auteur | interview | links | Naar andere thrillersites

Ik heb me laten inspireren door het Oude Testament

Eind november 2004 las ik ‘Zonnestorm' van de Zweedse schrijfster Åsa Larsson. Ik was aangenaam verrast en voor mij was dit boek het beste debuut van 2004. Korte tijd daarna bleek dat ze - met haar tweede boek - de Zweedse prijs voor de beste misdaadroman van 2004 gewonnen had. Wie is deze debutante? Ze is in 1966 geboren en woont op het Zweedse platteland. Meer informatie was niet te vinden. Zelfs niet op enkele Duitse sites die georiënteerd zijn op de misdaadromans uit Scandinavië. Reden te meer om toestemming te vragen aan de uitgever voor een e-mail interview met deze Zweedse schrijfster. De antwoorden kwamen per kerende post binnen. Åsa Larsson was erg enthousiast en gaf aan dat ze graag getutoyeerd wil worden.

Door : Ine Jacet (2006)

Ik heb je boek gelezen en was zeer enthousiast. De Nederlandse en Vlaamse lezers weten nog weinig over je. Zou je iets willen vertellen over jezelf?

Hallo. Ik vind het ontzettend leuk dat ik dit verzoek krijg en ik ben erg blij dat je mijn boek goed vond. Graag maak ik dan ook van de gelegenheid gebruik iets te vertellen over mezelf en mijn boeken. Ik woon in Zweden en heb twee kinderen, Stella van 6 en Leo van 3. Ik woon samen met de vader van mijn kinderen, maar we zijn niet getrouwd. In Zweden noemen we dat : sambo. Wij wonen dus ‘sambo’.

Wanneer nam je het besluit te gaan schrijven?

Het is me eigenlijk meer overkomen dan dat het een bewust besluit was. In de tijd dat mijn dochter nog een baby was, had ik op sommige momenten het gevoel dat mijn innerlijke leven – hoe zeg je dat – nogal leeg was. Ik heb lang gestudeerd – rechten- en ben gespecialiseerd in belastingrecht. Daarna heb ik hard en veel gewerkt en maakte lange dagen. Ik las nauwelijks een boek. Op een bepaald moment kreeg ik sterk de behoefte ‘iets creatiefs’ te doen. Dus heb ik me opgegeven voor een schrijfcursus en dat was het begin.

Waarom heb je besloten om misdaadromans te gaan schrijven?

Ik ben opgegroeid in Kiruna, een stad in het noorden van Zweden, 300 kilometer boven de poolcirkel. Ik was daar op bezoek bij een jeugdvriendin. We zaten in de keuken te praten en op een tafeltje stonden foto’s van haar kinderen, haar neefjes en nichtjes. Haar zoon Fredrik stond ook op een foto. In de tijd dat ik in Kiruna woonde was hij nog een kind. Ik zag dat hij nu bijna volwassen was. Hij had prachtig mooi lang blond haar en ik wist dat hij viool speelde. Ik keek naar die foto en dacht: ‘Mijn god wat is hij al groot en wat is hij mooi’. Later schoot er een beeld door mijn hoofd van een prachtige jongeman die op zijn rug lag met lang blond haar in een soort stralenkrans temidden van bloed. In mijn fantasie keek hij naar het noorderlicht dat als een soort sluier voor de donkere lucht hing. In eerste instantie was mijn beeld dat hij bloedend in de sneeuw lag. Later heb ik dit beeld - enigszins gewijzigd - gebruikt aan het begin van mijn boek ‘Zonnestorm’. Een lichaam ligt in de kerk met het hoofd naar een raam waardoor het licht naar binnen valt.
En als je een verhaal begint met een lijk, dan dient zich vervolgens al snel de vraag aan wie hem heeft gevonden en wie hem heeft vermoord. Ziedaar: een misdaadroman is geboren!
Als tiener heb ik veel en gefascineerd gelezen in het Oude Testament. Hierin vind je mooie verhalen die soms gewelddadig en bloederig zijn. Misschien ligt hier ook een kiem voor mijn fascinatie voor misdaadverhalen.

Houd je zelf van (misdaad)romans, heb je misschien favorieten? Of had je favorieten als kind?

Ik ben geen snelle lezer en lees dus ook minder misdaadromans dan ik zou willen. Ik hou van schrijvers die een goed verhaal vertellen – de echte verhalenvertellers. Margaret Atwood is één van mijn favorieten. Weliswaar schrijft ze geen misdaadromans, maar ze is briljant in de manier waarop ze een mysterie ontrafelt.

Ik was enig kind, had geen broertjes of zusjes. Mijn moeder heeft me veel voorgelezen en mijn vader is zeer belezen. Als kind was ik gek op Winnie de Poeh. Dat is volgens mij een boek dat geschikt voor lezers van 2 tot 102 jaar.


Ik heb je eerste boek ‘Zonnestorm’ gelezen en was enthousiast. Er zijn recensenten die je vergelijken met Karin Fossum en Kerstin Ekman. Wat vind je van deze vergelijking?

Ik kan alleen maar zeggen dat ik de vergelijking uitermate vleiend vind. Voor mij zijn het echte grootheden, dus je begrijpt dat ik er erg blij mee ben.  

Je boek is opgedeeld in 7 hoofdstukken. Het speelt zich af van dag 1 tot en met dag 7. Waarom heb je hiervoor gekozen?

Ik heb me laten inspireren door het Oude Testament en door de schoonheid van dit boek. In het Zweeds zijn de 7 dagen der schepping in het Oude Testament heel poëtisch verwoord.

Rebecka Martinsson is de hoofdpersoon uit je boek. Ze is een sterke vrouw die weet wat ze wil. Ze heeft ze ook grote tegenslagen gekend. Ik vind dat je een geloofwaardig karakter hebt gecreëerd. Wat vind je zelf van Rebecka?

Ik mag haar, voel met haar mee en ken haar. We lijken overigens niet op elkaar. Was dit wel het geval geweest, dan zou het me waarschijnlijk minder moeite gekost hebben haar te beschrijven. Het heeft al met al een half jaar geduurd voordat ik goed over haar kon schrijven. In het begin dacht ik dat ze gemakkelijk uit mijn pen zou vloeien, maar het tegendeel bleek waar. Stel dat we elkaar zouden ontmoeten, dan weet ik niet zeker of ze mij wel zou mogen. Ik denk dat ze me te open zou vinden, te gemakkelijk in de omgang en te ‘kwebbelig’.

Rebecka heeft een vriendin, ze heet Sanna. Ze is nogal tegengesteld aan Rebecka. Hebben die twee elkaar nodig als tegengestelde personages. Zou je iets kunnen vertellen over de aard van hun relatie?

Ik denk dat veel vrouwen dit type relatie herkennen. Je bent op iemand gesteld waar je zo af en toe gek van wordt. Dit type persoonlijkheid is afhankelijk en heeft weinig kracht. Dingen overkomen hen en andere mensen moeten het opknappen. Ze peppen wel je ego op, maar uiteindelijk is de prijs hoog.

Je schrijft in je boek over christelijk fundamentalisme. Waarom schrijf je hierover en wat vind je van het verschijnsel?

Een groep die uiteindelijk een sekte wordt, heeft iets fascinerends. Wat trekt mensen hierin aan? Waarom wordt zelfs een normaal mens als Rebecka tot een sekte aangetrokken? Rebecka kiest er niet voor de sekte te verlaten, ze wordt er nota bene uit gezet. Waarom heeft een mens de verleiding van een sekte nodig? Is het de verleiding van ‘je bent zo bijzonder en God heeft grote plannen met jou’?
Ik denk dat een deel van de mensen die kiest voor een sekte geen sterke persoonlijkheden zijn. Ze ontlenen hun identiteit en psychologische grenzen aan een groep. Bij een groep kun je ook denken aan het leger of de politie of een religieuze groepering. De overeenkomst is dat het hiërarchische organisaties zijn met een strenge leider die het voor het zeggen heeft. Wat gebeurt er met deze mensen als ze hun geloof in de leider verliezen? Dat is een onderwerp dat me boeit.

Je hebt aangekondigd dat je 6 boeken wilt schrijven met Rebecka in de hoofdrol. Waarom 6 boeken?

Toen ik begon te schrijven realiseerde ik me dat Rebecka een verhaal kwijt wil. In het eerste boek wordt niet alles verteld. Wat is er bijvoorbeeld met haar ouders gebeurd? Ik heb destijds voor mezelf besloten dat ik, als er interesse zou zijn voor de publicatie van ‘Zonnestorm’, in totaal 6 boeken zou schrijven.
Mocht er niemand geïnteresseerd zijn, dan zouden het er drie worden voordat ik het zou opgeven of over iets anders zou gaan schrijven. Ik denk nu dat het een intuïtief besluit is geweest en een verborgen wetenschap dat er zes verhalen in me zitten die wachten om verteld te worden. Ze zijn ongeduldig en roepen: ’Schrijf me, schrijf me nu!’

Gefeliciteerd met de prijs voor je tweede boek "Det blood som spillts" . Ik hoop dat het in 2005 vertaald zal worden in het Nederlands. Kun je iets vertellen over dit boek?

BEDANKT! Ik ben er ontzettend blij mee. Het is een goede remedie tegen gebrek aan zelfvertrouwen (het helpt… soms… een beetje.)
In mijn tweede boek keer ik terug naar een kerk waar de priester werd vermoord. Toch is dit boek nogal verschillend van het eerste. Toen in het voorjaar mijn boek uitkwam dat je zou kunnen vertalen als ‘het verspilde bloed’ (Een titel die overigens weer ontleend is aan het Oude Testament) belde mijn oom me op. Hij is dominee en hij zei: ‘Echt Åsa, het wordt tijd dat je ophoudt met het vermoorden van priesters.’ Ik heb hem beloofd dit verzoek te honoreren. In mijn volgende boeken komen dus geen vermoorde priesters meer voor. Om terug te komen op mijn tweede boek, hierin wordt een vrouwelijke geestelijke vermoord. Ze is ook een feministe en velen beschouwen haar als een lastig mens en een querulant. De politie zoekt naar een na-aper omdat er overeenkomsten zijn met de moord op Victor Strandgård,.De tijd gaat voorbij, maar men vindt geen aanknopingspunten. De mensen in dorp waar ze woonde - degenen die van haar hielden en de mensen die haar haatten - willen graag de draad van het gewone leven weer oppakken. De waarheid blijft echter verborgen. Rebecka kan niet meer werken, ze is nog steeds aangeslagen door de gewelddadigheden die haar in het eerste boek overkomen zijn. Ze kan zich ook niet precies meer herinneren wat er destijds is gebeurd. Ook zij wil graag de draad van het gewone leven weer oppakken en ook voor haar blijft de waarheid verborgen onder de oppervlakte. Zal de aarde het bloed dat op haar vergoten is aan het licht brengen en niet langer verbergen? (Citaat uit het Oude Testament - Jesaja 26-21)

Welk boek lees je op dit moment?

Op dit moment lees ik : The Sandman van Neil Gaiman, een ‘comic’ voor volwassenen. Daarnaast lees ik werk van een Zweedse dichter. Maar dat is meer bedoeld om drie minuten in bed te lezen voordat je in slaap valt.  

Wat is je favoriete misdaadroman?

Ik hou van het werk van Denise Mina, haar Garnethill trilogie. Ik vind Maureen O´Donell een prachtige en sterke persoon. Ik vond ‘De schreeuw van het lam’ en ‘Rode draak’ van Thomas Harris ook erg goed. In deze boeken kan ik genieten van de vaart en de horrorelementen.

Heb je plannen om naar Nederland te komen?

Nee, ik zou wel willen. Ik heb overigens Nederlandse vrienden die in Zweden wonen.

Bedankt voor het interview.

Graag gedaan. Ik vond het erg leuk om te doen.